Artikelen uit Het Zoeklicht
Openbaring 12 (een groot teken in de hemel)
De antichrist en het herstelde Romeinse rijk
Het systeem Babel: een geheimenis
Daniël en zijn vienden in Babel
De Koning komt...
Hoe zal het aflopen...
"Zie, Hij komt met de wolken en elk oog zal Hem zien..."
Openbaring 12
Een groot teken in de hemel*
(Het Zoeklicht nr. 11-
Ongetwijfeld is dit één van de moeilijkste hoofdstukken uit Openbaring. De moeilijkheid
zit in het hemelteken. Veel gerespecteerde uitleggers grijpen hier terug in de tijd,
omdat zij het visioen als boventijdelijk beschouwen (vers 1-
Belangrijk is dat we begrijpen dat de hoofdstukken 12-
De ziener bevindt zich hier in het midden van de Laatste Jaarweek. Er is dan nog
drieënhalfjaar (een tijd, tijden en een halve tijd) te gaan tot het einde. Belangrijk
is dat we opmerken dat vers 19 van Openbaring 11 aansluit op het hemelteken van Openbaring
12: ‘En de tempel Gods, die in de hemel is, ging open en de Ark van Zijn Verbond
werd zichtbaar in Zijn tempel…’ Aansluitend hierop zag Johannes een groot teken in
de hemel, namelijk een vrouw met de zon bekleed, met de maan onder haar voeten en
een krans van twaalf sterren boven haar hoofd (vers 1). Wat heeft dit te zeggen?
De vrouw is Israël
Velen denken dat de vrouw een symbolisch beeld is van de Kerk of
de maagd Maria. Maar de Kerk heeft geen mannelijk wezen gebaard en Maria vluchtte
niet naar de woestijn, maar naar Egypte. De Schrift die Zichzelf verklaart verwijst
ons naar de droom van Jozef: ‘Hij zeide: Nu heb ik weer een droom gehad, en zie,
de zon, de maan en elf sterren bogen zich voor mij neer’ (Genesis 37:9). In de zon
zien wij vader Jakob, in de maan moeder Rachel en in de elf sterren, waarvan Jozef
de twaalfde is, de twaalf zonen van Israël. Eens zullen alle stammen Israëls zich
voor de ware Jozef, Jezus Christus, neerbuigen (Zacharia 12:10). Het kan daarom niet
anders dan dat de vrouw Israël is.
De zon, de maan en de sterren zijn ook een symbolische
beeld van het eeuwige verbond dat de Here God met Israël heeft gesloten. In Jeremia
31:35-
De draak
Momenteel is de duivel ‘de overste van de macht der lucht’ en ‘de god dezer eeuw’
(Efeziërs 2:2; 2 Korintiërs 4:4). Hij wordt ook wel genoemd: de oude slang, de satan,
of de draak. Satan betekent: ‘tegenstander´. Zijn naam heeft ook de betekenis van
‘aanklager’.
Opmerkelijk is dat de draak rood is en zeven koppen en tien horens heeft.
Hierin zien wij zijn bloeddorstige heerschappij over de aarde, door alle eeuwen heen.
De zeven koppen van de rode draak geven symbolisch zeven wereldrijken weer. Daarvan
is de laatste het herstelde Romeinse rijk, ten tijde van de antichrist (Openbaring
13:1-
Oorlog in de hemel
In Job. 38:7 worden engelen met sterren vergeleken. Veel uitleggers
menen daarom dat de volgende tekst over satan en zijn gevallen engelen gaat: ‘En
zijn staart sleepte een derde van de sterren des hemels mede en wierp die op de aarde’
(vers 4). Nu wonen de duivel en zijn trawanten nog in de hemelse gewesten en klaagt
hij de gelovigen aan bij God. Op de helft van de Laatste Jaarweek zullen zij uit
de hemel geworpen worden, door de sterke aartsengel Michael en zijn engelen. De grote
vorst Michaël is een belangrijke engel die voor het Joodse volk strijdt. Dat blijkt
wel uit de volgende tekst: ‘Te dien tijde zal Michaël opstaan, de grote vorst, die
de zonen van uw volk terzijde staat; en er zal een tijd van grote benauwdheid zijn,
zoals er niet geweest is sinds er volken bestaan, tot op die tijd toe. Maar in die
tijd zal uw volk ontkomen: al wie in het boek geschreven wordt bevonden’ (Daniël
12:1). Dan, als de tegenstander op de aarde is geworpen, zal de vrouw vluchten naar
de woestijn en zal zij ontkomen aan de macht van de antichrist.
De vlucht naar de woestijn
In Hosea 2 staan prachtige teksten:
• ‘Daarom zie, Ik zal haar lokken, en haar leiden
in de woestijn, en spreken tot haar hart’ (vers 13).
• ‘En het zal te dien dage geschieden,
luidt het woord des HEREN, dat gij Mij noemen zult: mijn Man, en niet meer: mijn
Baäl’ (vers 15).
Laat er daarom geen twijfel over bestaan dat de vrouw Israël uitbeeldt.
In Jeremia 31:2 staat: ‘Zo zegt de HERE: Het volk der ontkomenen aan het zwaard vond
genade in de woestijn, Israël, op weg naar zijn rust.’
We lezen dat aan de vrouw
twee vleugels van een grote arend gegeven zal worden, zodat ze vliegend kan wegvluchten
naar de woestijn (vers 14). Zal zij per vliegtuig vluchten? Of zal de Here God hen
opnemen en wegvoeren naar een veilige plek in de woestijn? Het doet in ieder geval
denken aan Israëls vlucht uit Egypte: ‘gij hebt gezien, wat Ik de Egyptenaren heb
aangedaan, en dat Ik u op arendsvleugelen gedragen en tot Mij gebracht heb’ (Exodus
19:4). Zo zien wij dat de grote arendsvleugels die aan de vrouw gegeven zullen worden,
ook verwijzen naar Israël.
De woestijnstad Petra
Veel profetie-
Het mannelijk kind
De traditionele gedachte bij Het Zoeklicht en vele andere profetie-
In het kort beide opties:
Christus: Het is duidelijk dat de Here Jezus een heersende
functie zal hebben in het Vrederijk: ‘Gij zult hen verpletteren met een ijzeren knots,
hen stukslaan als pottenbakkerswerk’ (Psalm 2:9; vgl. Openbaring 19:15). En de vrouw
is Israël waaruit de Messias is geboren: ‘Want een Kind is ons geboren, een Zoon
is ons gegeven, en de heerschappij rust op Zijn schouder en men noemt Hem Wonderbare
Raadsman, Sterke God, Eeuwige Vader, Vredevorst’ (Jesaja 9:5; vgl. Genesis 3:15;
Romeinen 9:5).
Zo ziet men in de wegvoering van het kind Christus’ hemelvaart.
De 144.000: Openbaring is profetie, want Johannes kwam in vervoering des geestes
in ‘de Dag des Heren’ (Openbaring 1:10; 4:2). Is het niet beter om daarom vast te
houden aan de chronologische tijdlijn, in plaats van terug te gaan naar de geboorte
in Bethlehem en Christus’ hemelvaart? Dat is toch geen Openbaring? Overigens er staat
dat het kind plotseling werd weggerukt naar God en Zijn troon (vers 5). Christus’
hemelvaart was niet een plotselinge wegrukking van de aarde. En een vluchtende Christus
lijkt mij vreemd.
Opmerkelijk is dat de 144.000 in Openbaring 14:3 op de berg Sion
in de hemel zijn (vgl. Hebreeën 12:22). Zij zingen daar een nieuw gezang vóór de
troon en vóór de vier dieren en oudsten. Mocht het mannelijk kind werkelijk de 144.000
uitbeelden, dan betekent dit dat zij halverwege de Verdrukking plotseling van de
aarde zullen worden weggenomen, naar God en Zijn troon in de hemel. Op deze wijze
worden zij dan bewaard voor de op aarde geworpen duivel en die vreselijke laatste
drieënhalfjaar van toorn en gramschap. Dat is niet zomaar een gedachte, want de hoofdstukken
12 t/m 14 overlappen elkaar.
De 144.000 zijn een eerstelingsvrucht uit de vrouw Israël
(Openbaring 14:4). Israëls voorhoede is een voorschot op ‘gans Israël’ dat behouden
zal worden. Immers, we lezen dat na de wegvoering van het kind de draak oorlog zal
gaan voeren tegen de overigen van haar nageslacht (vers 17).
Niet alleen Christus
en de Gemeente zullen een heersende functie hebben in het Vrederijk, ook Israël zal
dat hebben. Zij zullen namelijk heersen over hun drijvers: ‘Zo zullen zij degenen
die hen gevangen namen, gevangen nemen en heersen over hun drijvers’ (Jesaja 14:2).
Zie ook Jesaja 49:23; 54:3; Micha 5:7; Maleachi 4:3.
*Oorspronkelijke titel: De vrouw, de draak en het mannelijk kind.
“Zo zegt de HERE, de Koning en Verlosser van Israël, de HERE der heerscharen:
Ik ben de eerste en Ik ben de laatste en buiten Mij is er geen God”
(Jesaja 44:6).